Hoe doen wij onderzoek?
Rekenkameronderzoek bestaat in grote lijnen uit vijf stappen.
Keuze van het onderzoek
De rekenkamer kan kiezen uit veel onderwerpen voor onderzoek. Om optimaal te kunnen inspelen op de actualiteit en de vraag vanuit de Lelystadse raad, selecteert de rekenkamer Lelystad gedurende het jaar onderwerpen voor een volgend onderzoek.
Hierbij kijkt de rekenkamer naar een of meer criteria:
a. Prioriteit binnen het gemeentelijk beleid.
b. Maatschappelijk belang.
c. Financieel belang.
d. Aansluiting bij belevingswereld van de Lelystadse burger.
e. Risico voor de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het gevoerde gemeentelijke beleid.
f. Onderzoek door de rekenkamer heeft toegevoegde waarde, een verwacht leereffect en / of signaalwerking.
De rekenkamer Lelystad maakt geen gebruik meer van een onderzoeksprogramma.
Verkennen en voorbereiden
De rekenkamer verkent meestal eerst een potentieel onderwerp voor rekenkameronderzoek. Als de rekenkamer na oriëntatie besluit het onderwerp te onderzoeken, zoekt zij vaak een (externe) onderzoeker die expertise heeft op het onderwerp. Samen met de geselecteerde externe onderzoeker wordt het onderzoek verder ontworpen en aangescherpt in een onderzoeksplan en offerte.
Uitvoeren van het onderzoek
De rekenkamer informeert de raad, het college en de ambtelijke organisatie schriftelijk over de start van het onderzoek. De onderzoekers voeren vervolgens het onderzoek uit. De vaste werkafspraken met de externe onderzoeker staan in het kwaliteitsdocument voor rekenkameronderzoek en -rapporten van de rekenkamer Lelystad. De onderzoekers verzamelen gegevens aan de hand van bijvoorbeeld dossier- en documentenonderzoek, interviews en casusonderzoek. Andere werkvormen zijn ook mogelijk. Wanneer de onderzoekers voldoende informatie hebben om de onderzoeksvragen te beantwoorden, stellen zij een nota van bevindingen op. De kwaliteitseisen hiervoor staan ook in het kwaliteitsdocument voor rekenkameronderzoek en -rapporten van de rekenkamer Lelystad.
Hoor en wederhoor (ambtelijk en bestuurlijk)
De rekenkamer kan ervoor kiezen zowel ambtelijk als bestuurlijk hoor en wederhoor toe te passen of juist af te zien van (één van) deze procedures.
Bij ambtelijk (technisch) wederhoor zendt de rekenkamer de nota van bevindingen aan de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris krijgt het verzoek om het rapport te (laten) controleren op feitelijke onjuistheden. Na afloop hiervan verwerkt de rekenkamer zo nodig de op- en aanmerkingen hieruit in een concept(eind)rapport. Na het ambtelijk horen schrijft de rekenkamer de conclusies en aanbevelingen. Deze worden toegevoegd aan het rapport van bevindingen.
Vervolgens kan de rekenkamer het concept(eind)rapport aan het college zenden voor bestuurlijk wederhoor. Het college kan dan inhoudelijk reageren op de conclusies en aanbevelingen. De bestuurlijke reactie van het college wordt samen met een eventueel nawoord van de rekenkamer in het eindrapport opgenomen.
Soms organiseert de rekenkamer Lelystad ook een bestuurlijk gesprek over een rekenkamerrapport. Hieraan nemen de verantwoordelijk wethouder, iemand uit de raadscommissie van de Rekening, de externe onderzoeker(s) en iemand uit de rekenkamer Lelystad deel. De bedoeling van dit overleg is het uitwerken van de aanbevelingen van de rekenkamer in concrete handelingsperspectieven voor de raad en het college.
Publicatie en nazorg
De rekenkamer maakt hierna het eindrapport openbaar. Daarna is de gemeenteraad aan zet. De raad zal het rapport vaak eerst bespreken tijdens een beeldvormende (en soms ook een oordeelvormende) sessie. Onder meer op basis van deze behandeling beoordeelt de raad welke aanbevelingen hij uit het rapport wil overnemen. Meestal neemt de raad tijdens een raadsvergadering een besluit over het rapport. De rekenkamer gaat meestal twee jaar na besluitvorming na of het raadsbesluit en de eventuele toezeggingen van het college ook echt zijn uitgevoerd.